Mapper van de maand: Joost Schouppe (België)

- Pierre Parmentier


Zijn homepage en zijn bijdrage pagina.

Hallo Joost! Acht jaar geleden verscheen jouw interview in onze rubriek Mapper van de maand. Maar misschien is het nodig dat je je nogmaals voorstelt aan onze nieuwe lezers.
Dag Pierre, bedankt om me nog eens uit te nodigen!
Ik ben een mapper en community organizer. Ik heb de Belgische afdeling en gemeenschap helpen oprichten. Ik zit vanaf het begin in het bestuur van OpenStreetMap België. Ik ben nog steeds een beetje betrokken bij de OpenStreetMap Foundation (OSMF) en zat twee jaar in het bestuur van OSMF.
Ben je nog steeds actief in de sociologie, je basisopleiding?
Enigszins. Ik werk met data die in het algemeen betrekking hebben op mensen en hoe ze leven. Mijn achtergrond helpt om die data op een zinvolle manier te laten spreken.
Kun je uitleggen hoe je in de loop der jaren steeds meer betrokken raakte bij OpenStreetMap?
Ik denk dat ik begon bij te dragen zodra ik de gegevens begon te gebruiken. Ik vond het allemaal een zeer fascinerende speeltuin. Toen ontmoette ik Jorieke en Ben en zij zorgden ervoor dat ik ging helpen bij het organiseren van meetups op café, later de State of the Map in Brussel. We spraken ook veel over de “politiek” van OpenStreetMap. Op een dag vroeg iemand of ik me kandidaat wilde stellen voor het bestuur. Ik had het nog niet eerder overwogen, maar het leek me een leuke uitdaging. Ik zat twee jaar in het bestuur. Daarna heb ik het wat rustiger aan gedaan, en sindsdien help ik vooral om OpenStreetMap Belgium draaiende te houden.
Voor het grote publiek is OpenStreetMap niet altijd bekend. Wat moeten we doen om OpenStreetMap populairder te maken bij dit publiek?
We moeten altijd blijven zoeken naar mensen die het gewoon leuk vinden om te mappen, misschien moeten we meer mogelijkheden creëren om hen dat te laten ontdekken. Maar het zou helpen als OpenStreetMap meer gebruikt zou worden door het grote publiek. Websites als RouteYou of Komoot helpen daar enorm bij. In de navigatiesfeer is het moeilijk concurreren met Waze en Google Maps. Voorlopig moeten we optimaal gebruik maken van niche-apps om het momentum te behouden en de gegevens te blijven verbeteren. Op een dag zal het zinvol zijn om er een interface van Google Maps-kwaliteit omheen te bouwen, wat, als het goed wordt gedaan, zal helpen om OpenStreetMap up-to-date te houden.
Hoe kunnen we OpenStreetMap onmisbaar maken?
Dat is het al, op zoveel manieren!
De hoeveelheid gegevens in OpenStreetMap neemt voortdurend toe. Hoe begrijpen jullie het onderhoud van al deze informatie?
We zijn volwassen genoeg om op te merken hoe super gedetailleerde mapping kan afbrokkelen als het door slechts één persoon wordt gedaan. Denk aan buslijnen, het micromappen van trottoirs of het toevoegen van alle winkeldetails. Als mappers denk ik dat we ervoor moeten zorgen dat ons werk de volgende generatie mappers helpt. Het is belangrijker om twee nieuwe gebouwenimporteurs op te leiden, dan het zoveelste dorp te importeren. En het is belangrijker om volledige adresdekking te krijgen in een grotere regio, dan om steeds fijnere details dichter bij huis toe te voegen.
Naarmate we als project volwassener worden, houden we een klein aantal waanzinnige power mappers over die wonderen kunnen verrichten voor de algemene gegevenskwaliteit. Dat werk kan worden aangevuld door corporate mappers. Maar voor de fijnere details hebben we apps nodig voor minder technische mensen, we hebben apps nodig die de gegevens gebruiken en het uitnodigend maken om problemen te melden en op te lossen. We hebben miljoenen gebruikers van de gegevens nodig, en veranderen die in duizenden helpende handen, en behouden misschien enkele tientallen power mappers.
Veel OpenStreetMap gegevens hebben een relatief korte levensduur of zijn zeer specifiek. Moeten medewerkers zich niet eerst richten op de essentie? Hoe verzoenen we deze twee aspecten en wat zouden ze moeten zijn?
Als mapper verkies ik meestal breedte boven diepte. Projecten die we gestart zijn, zoals Road Completion, gaan daar vaak over. Wat heeft het voor zin om op de ene plaats super gedetailleerde wegeninformatie te hebben, terwijl je op de andere plaats eigenlijk nieuwe straten mist. Je moet een bepaald kwaliteitsniveau kunnen garanderen om bruikbaar te zijn. Hoewel ik graag zie dat mappers over dit soort dingen nadenken, zijn de meeste bijdragers vrijwilligers, en zij moeten zich altijd eerst en vooral richten op wat zij zelf leuk vinden. Een deel van dat werk zal niet onmiddellijk bruikbaar zijn, maar het helpt het datamodel op te bouwen dat in de toekomst breed zal worden gebruikt. Het helpt de zaak van nichegebruik te maken, wat vervolgens meer kartering van dat onderwerp kan aanmoedigen - en brengt OpenStreetMap naar mensen die gepassioneerd zijn over die niche.
U bent betrokken geweest bij de OpenStreetMap Foundation. Wat heeft u de stichting gebracht?
Hoewel ik een beetje opgebrand was aan het einde van mijn termijn, heb ik achteraf het gevoel dat ik deel uitmaakte van een periode waarin een mooie verschuiving plaatsvond in de richting van OSMF. Het bestuur was verlamd door de kloof tussen corporate en craft mapping politiek. Dat maakte de OSMF fundamenteel saai voor mensen die niet geïnteresseerd waren in die kloof, maar verder wilden met het eigenlijke karteringsproject. Ik werkte aan Microgrants, de wachtlijst voor nieuwe Local Chapters en aan het toegankelijker maken van lidmaatschap van de OSMF, los van financiële middelen. Dat alles hielp de OSMF om zich te laten zien als een organisatie die dingen voor anderen doet, als een plek waar je werk gedaan kunt krijgen. Ik was toen natuurlijk maar een klein onderdeel van de bredere veranderingen. Maar ik denk graag dat ik heb bijgedragen tot de werksfeer die OSMF heeft geholpen om een organisatie te worden die de moedige keuzes kan maken die nodig zijn om de motoren draaiende te houden.
En wat heeft de Stichting u gebracht gedurende uw tijd bij de Stichting?
Het was zeker een leermogelijkheid om te werken met de absolute genieën die de kern vormen van OpenStreetMap. Ik leed daardoor een beetje aan het Imposter Syndroom - ik weet dat ik niet de enige was. Ik denk dat ik vooral geleerd heb hoe je dingen voor elkaar krijgt in zeer ingewikkelde omgevingen. Voor mezelf heb ik geleerd - nou ja - ik besefte voor het eerst dat ik me moet leren concentreren op een paar dingen goed te doen, in plaats van te proberen om alle dingen te doen die ik belangrijk vind - en uiteraard te falen. En natuurlijk betekende het lidmaatschap van het bestuur dat ik nauwe banden kreeg met een heleboel geweldige mensen.
Veel mensen denken na over de toekomst van OpenStreetMap. Denkt u dat OpenStreetMap kan blijven functioneren volgens het huidige model?
Ik denk dat we in de goede richting gaan, maar het is een langzaam en kwetsbaar proces. Ik denk dat we moeten plannen voor een toekomst waarin we meerdere werknemers hebben die werken aan een meer inclusief, beter vermarkt en meer gebruikt OpenStreetMap. De kern is nog steeds te zwak, dus ik denk dat de eerste stap nu het aannemen van een uitvoerend directeur zou zijn, die de bestuursleden kan helpen zich te concentreren op het uitzetten van de koers, in plaats van zelf het eigenlijke werk te moeten doen. Het grootste risico voor de OSMF is een terugkeer naar een gebroken bestuur, waar politieke verschillen echte vooruitgang in de weg staan. Wat mij bij OpenStreetMap altijd zorgen heeft gebaard, is dat we op een dag misschien geen energie meer hebben. We hebben steeds meer gegevensgebruikers nodig, die ons de mappers kunnen opleveren om steeds meer gegevens up-to-date te houden. Ik denk dat we met een sterkere OSMF nog veel kunnen doen om die opwaartse spiraal te bevorderen. En ik denk dat het niet doen van die dingen een langzame erosie van het project zou kunnen betekenen.
Wat is de uiteindelijke ambitie van OpenStreetMap? Heeft de stichting de middelen om deze ambities te verwezenlijken?
Mijn ambitie voor OpenStreetMap is altijd geweest dat het de kaart zou zijn, niet slechts een kaart. Ik denk dat het overleven op lange termijn vereist dat het de belangrijkste leverancier wordt van geodata voor de meeste consumentgerichte kaarten. Ik begrijp dat we nu meer in nichetoepassingen zitten, en dat is een goede manier om verder te bouwen. Dat bereiken is niet iets waarvan de OSMF alleen kan dromen. Dit is de taak van alle mappers, alle niche-bouwers en alle bedrijven die OpenStreetMap gebruiken en uitbreiden. Een sterkere OSMF zou echter meer kunnen doen aan ons merk.
OpenStreetMap is een partner geworden van vele instellingen. Hoe wordt dit in de praktijk beheerd?
Het lijkt erop dat dit nog steeds erg afhankelijk is van mensen. We hebben mensen nodig die verstand hebben van bedrijven om met hen te praten. De recente pogingen van Mikel Maron om meer leven in de Advisory Board te krijgen is een mooi voorbeeld van een poging om die persoonlijke contacten om te zetten in iets meer structureels. Op kleine schaal proberen we in België hetzelfde te doen. Instellingen hebben een gezicht nodig bij de organisatie. Het bieden van laagdrempelige contactpunten die aansluiten bij het project is daarvoor heel belangrijk. Actief naar buiten treden is ook belangrijk, vooral als het erom gaat instellingen te helpen verantwoordelijke gebruikers en bijdragers van gegevens te zijn.
Grote spelers in digitale cartografie gebruiken OpenStreetMap gegevens. Moeten we een eenvoudige leverancier blijven of moeten we onze krachten bundelen?
Ik zeg vaak: wie met de duivel danst, wordt veranderd door de duivel - maar wij zijn dat duiveltje. Ik denk dat het samenwerken met de grote spelers hen kan forceren om bij te dragen aan he algemeen belang. We hebben een slimme en luide gemeenschap om ons in toom te houden als we te veel als bedrijven gaan denken. Onze standvastigheid betekent dat bedrijven zich ook moeten aanpassen. Ik denk dat wanneer dingen zoals Overture gebeuren, we heel voorzichtig moeten zijn - maar we moeten ook de kansen voor ons daarin zien.
Als OpenStreetMap een commerciële speler wordt, bestaat dan niet het risico dat bijdragers zich afkeren en niet langer bijdragen?
Het is onmogelijk voor OpenStreetMap om echt commercieel te worden vanwege de licentie, die niet realistisch te veranderen is. OpenStreetMap is altijd een project geweest dat wil dat zijn gegevens worden gebruikt - je kunt niet kiezen wie je gegevens gebruikt of niet. Behalve als ze de regels overtreden natuurlijk.
Wilt u ons meer vertellen over de Overture Maps Foundation?
De thread daarover op het community forum is verplichte lectuur: https://community.openstreetmap.org/t/overturemaps-org-big-businesses-osmf-alternative/6760. Ik deel veel van de geuite zorgen, maar ik zie dit nog steeds als potentieel gunstig voor het project - als we de communicatielijnen open houden en ervoor zorgen dat rode lijnen worden gerespecteerd. Dit zou de gebruikersbasis van OpenStreetMap aanzienlijk kunnen vergroten.
Wat zijn de grote veranderingen die je de laatste jaren in België hebt gezien?
In de kaart: toen ik voor het eerst OpenStreetMap begon te gebruiken, kon ik niet in een bos wandelen zonder de meeste paden te moeten toevoegen of te hermappen. Nu ontbreken in de bossen bijna overal enkel nog details. Het niveau van detail van eigenlijk alles is zo gestegen. Er is nog enorm veel werk, vooral wat betreft points of interest - POI - en gebouwen en adressen. Gebruikers van gegevens: je hoeft niet meer uit te leggen wat OpenStreetMap is. Nu kun je meteen ingaan op de nuances van hoe het precies werkt. Vroeger dachten eigenaars van gegevens dat het maar een raar ding was, toen dat het misschien een fatsoenlijke basiskaart was, toen dat het best was dat hun gegevens in OpenStreetMap leefden. Nou, sommigen lopen nog steeds één of twee stappen achter [glimlach].
In de gemeenschap: het is een beetje groter, waarschijnlijk. We zijn beter georganiseerd, zeker. We hebben nog een lange weg te gaan, vooral als het gaat om het inwerken van nieuwe mensen in het algemeen, en met een meer diverse achtergrond in het bijzonder.
In België gaat het vooruit. Maar die vooruitgang lijkt ongelijk verdeeld. Wat zijn de zwakke punten waarop mappers hun inspanningen moeten richten?
Het wordt steeds eenvoudiger voor een nieuwe mapper om OpenStreetMap te helpen veranderen van fatsoenlijk in geweldig, met behulp van tools als StreetComplete of MapComplete. Maar dat vereist dat de kaart al degelijk is. Het wegennet moet schoon en up-to-date zijn, en we hebben alle gebouwen nodig. Allemaal! De import lijkt enigszins te versnellen, maar in het huidige tempo hebben we nog een paar jaar nodig om een volledige dekking te krijgen. Hoe eerder dat gebeurt, hoe meer we nieuwe mappers in staat stellen om uit te blinken. Onze algemene strategie van praten met nichegebruikers werkt ook echt. Het werk van mensen als s8evq en jezelf om mensen te betrekken bij de Grands Randonnees organisaties zijn geweldig! Een power mapper die twee andere mappers kan helpen betrokken te raken, krijgt veel meer voor elkaar dan een power mapper die alleen maar mapt.
Wil je een paar woorden zeggen tegen de bijdragers uit alle landen?
Stop niet met geweldig te zijn. Laat niemand je vertellen wat je moet mappen, zeker mij niet. Houd het plezier van het in kaart brengen omwille van het in kaart brengen. Maar probeer projecten te helpen die gegevens naar de gebruikers brengen, en die gebruikers aan boord te krijgen.

Bedankt, Joost, voor dit interview.

Vertaald uit het Engels door Joost himself.